Oorzaken
In 95% van alle gevallen gaat het bij een miskraam om een aanlegstoornis van het vruchtje. Er is vaak sprake van een chromosoomafwijking die bij de bevruchting is ontstaan. De natuur zoekt een ‘oplossing’ en de zwangerschap eindigt in een miskraam.
Het gaat hierbij meestal niet om erfelijke afwijkingen, dus is er geen verhoogd risico voor een volgende zwangerschap. In 5% van de gevallen gaat het om een niet goed verlopen innesteling, een infectie, een afwijkende baarmoedervorm, een vleesboom of een onbekende oorzaak. Wanneer een vrouw twee of meer miskramen heeft doorgemaakt, is het mogelijk om nader onderzoek te laten doen.
Een miskraam kun je niet zelf veroorzaken. Een miskraam ontstaat niet door lichamelijke inspanning of door vrijen, vallen of bijvoorbeeld paardrijden. Het kan echter wel de aanleiding zijn dat een reeds bestaande miskraam op gang komt.
Een miskraam kan niet worden tegengehouden of voorkomen.